Een FI kan voor de gehanteerde Amerikaanse dollarbedragen een equivalent bedrag nemen in een andere koers zoals bepaald volgens het nationale recht van een land (Sectie VII.C.4 CRS). Voor Nederland betekent dit dat de FI’s bedragen mogen rapporteren in de valuta waarin de rekening gehouden wordt. De Belastingdienst rekent deze vervolgens om naar het Euro-equivalent. De Belastingdienst gebruikt hiervoor de op de website van de Nederlandsche Bank gepubliceerde koers op 31 december van elk jaar, zijnde T2.1 Jaar (Ultimo) (XLS). Deze koers moet jaarlijks ook gebruikt worden voor de omrekening van de in het UB CRS gebruikte USD-bedragen.
Voor het omrekenen van de rekeningbedragen naar een andere valuta dan de USD moet de FI de wisselkoers van 31 december van het voorgaande kalenderjaar nemen (onderdeel VI.C.4 van Bijlage I NL IGA). Voor de rapportage over een van het kalenderjaar afwijkend tijdvak moet de FI niet het saldo van een rekening aan het einde van het kalenderjaar nemen, maar het saldo aan het einde van die ‘andere relevante periode waarover gerapporteerd dient te worden’ (onderdeel I.B.3. van Bijlage I NL IGA). In het laatste geval moet de omrekenkoers op de laatste dag van die andere periode gebruikt worden.
(Sectie VII.C.4 CRS, CRS-commentaar op Sectie VII, C (4), punten 20 en 21 en onderdelen I.B.3 en VI.C.4 van Bijlage 1 NL IGA.)